Indien een tuinlid het lidmaatschap opzegt, start een procedure om te komen tot een vraagprijs voor de gebouwen op de betreffende tuin.
Zoals aangegeven in het huishoudelijk reglement is de taak van de bouwtoezicht- en -taxatiecommissie het vaststellen van de taxatiewaarde van een tuinhuisje, eventuele andere gebouwen en elementen op de betreffende tuin. De vastgestelde taxatiewaarde is het maximaal te vragen verkoopbedrag.
In het geldende bouwreglement is beschreven, waaraan gebouwen en andere elementen op een tuin moeten voldoen. Daarnaast eist de gemeente Rotterdam dat het tuinlid voor de gebouwen op de tuin een bouw- en/of een omgevingsvergunning heeft. Als gevolg van wettelijke vereisten is het bestuur van de volkstuinvereniging intensiever dan voorheen belast met het handhaven van geldende wet- en regelgeving.
Bij opzegging van een tuinlidmaatschap zal de bouwtoezicht- en -taxatiecommissie de vergunningsgegevens bij het betreffende tuinlid opvragen en bij ontbreken daarvan deze vergunningen in de administratie van de volkstuinvereniging en/of bij gemeente opzoeken. Door de gemeente in rekening gebrachte kosten kunnen aan het tuinlid worden doorbelast.
Op grond van de hierboven genoemde wet- en regelgeving en de beschikbare vergunningsgegevens zal de bouwtoezicht- en -taxatiecommissie beoordelen of gebouwen en andere elementen op de tuin legaal of illegaal zijn en maakt hiervan een voorinspectierapport. Het voorinspectierapport wordt aan het tuinlid ter beoordeling en opvolging verstrekt.
Nadat aan de voorwaarden van het voorinspectierapport is voldaan, gaat de bouwtoezicht- en -taxatiecommissie over tot het visueel taxeren van de gebouwen en andere elementen op de tuin.
Toelichting berekeningsmethode die bij het taxeren wordt gebruikt:
Op basis van een “Categorieën-berekeningssysteem”, volgens de AVVN-methode” wordt de maximale vraagprijs bepaald.
Zie hiervoor: berekeningsmethode bij taxeren
Dit is één van de methoden die door de AVVN wordt gebruikt. Dit is een vergelijkingsmethode, waarbij het te taxeren object wordt vergeleken met redelijk recente transacties op het complex. Zodoende wordt de marktontwikkeling gevolgd.
In principe wordt alles getaxeerd wat onder de noemer “nagelvast” valt.
In de prijzen van de vergelijkingsmethode zijn alleen de waarden van de materialen en geen arbeidsloon opgenomen.
Bij de vergelijkingsmethode houdt de bouwtoezicht- en -taxatiecommissie de gegevens van een aantal jaren getaxeerde tuinhuisjes bij. Dit zullen minimaal 36 tuinhuisjes (=25% van het totaal aan tuinhuisjes op het complex) zijn of anders de tuinhuisjes die gedurende een afgelopen periode van maximaal vijf jaar zijn getaxeerd.